Afgaanse Noni

 

Afgaanse noni

 

350 ml warm water

1 zakje (7 gr) gist

1 eetlepel ruwe rietsuiker

500 gr witte bloem

1 1/4 theelepel zout, of naar smaak 60 ml maïsolie

1 ei

1 eetlepel water

1 eetlepel karwijzaad (eventueel)

 

 

 

In een kommetje 125 ml warm water met suiker vermengen. Het gist erover verspreiden en in 10 minuten schuimig laten worden.

 

Bloem in een grote kom met zout vermengen. Maak een holletje in het midden en schenk daar maïsolie en gistmengsel in. Resterende water er in kleine beetjes aan toevoegen tot een zacht, vochtig deeg is ontstaan dat met de hand verwerkt kan worden. Kneed het deeg gedurende 5 minuten op een bebloemd oppervlak. In de kom leggen, afdekken met een theedoek en en in 1 1/2 uur tot verdubbeld volume laten rijzen.

 

De oven voorverwarmen op 180°C/gasstand 4. Het gerezen deeg neerslaan, in 8 porties verdelen en van elk deel een bal rollen.

 

Op een licht bebloemd oppervlak elke deegbal uitrollen tot een ovaal van ong. 15 cm lang en 1 cm dik. Met een vork of bot mes 3 lijnen over het bovenste deel van het broodje trekken en de broodjes op een bakplaat leggen. Ei met resterende eetlepel water vermengen en de broodjes aan de bovenkant bestrijken. Bestrooi de broodjes eventueel met karwijzaad.

 

Gedurende 20-25 minuten in de voorverwarmde oven bakken tot de broodjes goudbruin en glanzend zijn.